Van spaarvarkens tot geldezels

Influencers met designertassen, verslavende games waarin je moet betalen om in een nieuw level te komen en selfies met dure merkzonnebrillen. Jongeren worden online continu verleid om aankopen te doen. En nu het betalingsverkeer grotendeels digitaal plaatsvindt, is geld uitgeven nog nooit zo gemakkelijk geweest. Met een druk op de knop zijn die toffe sneakers besteld en de volgende dag al in huis.

Toch is er een grote groep jongeren in Nederland met onvoldoende financiële vaardigheden. Zij weten zich geen raad met een phishingmail, hebben moeite met het herkennen van een neppe webshop, en kunnen de gevolgen van een aankoop op afbetaling moeilijk overzien. Om hen voor te bereiden op een toekomst waarin zij weloverwogen financiële keuzes maken is aandacht voor financiële educatie hard nodig. Als mediawijsheid- en onderwijsprofessionals kunnen we daarbij helpen.

 

Shop till you drop?!

Bij meer dan de helft van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar, betalen de ouders de volledige kosten van kleding, schoenen, en de smartphone (Nibud, 2016). Bovendien zegt 34 procent van de jongeren dat zij nooit uitleg van hun ouders hebben gehad over hoe zij op een veilige manier online kunnen bankieren. Ouders nemen de geldzaken van hun kinderen dus vaak over, in plaats van dat ze hun kinderen leren hoe ze zelf hun financiën moeten regelen (Nibud, 2016). En dat is zorgelijk. In Nederland zijn ouders vanaf de 18de verjaardag van hun kind namelijk niet meer financieel verantwoordelijk voor hun kind. Vanaf hun 18de wordt er van jongeren verwacht dat ze hun bank- en geldzaken zelf kunnen regelen. Van de ene op de andere dag wordt hun handtekening goud waard en kunnen ze zelfstandig contracten afsluiten en rood staan. Oftewel: die nieuwe jas, scooter of PlayStation is ineens binnen handbereik. Veel jongeren weten echter weinig van de complexe financiële werkelijkheid waarin ze belanden zodra ze 18 worden, met als gevolg dat sommige jongeren te maken krijgen met schulden. Uit onderzoek van het Nibud in 2015 bleek zelfs dat meer dan een derde van de jongeren in het mbo een schuld heeft, los van hun studielening. Een schuld hebben hoeft niet direct een probleem te zijn, bij veel jongeren loopt het goed af. Maar er is ook een groep jongeren waar de schulden wel een probleem vormen. De schulden kunnen dan grote gevolgen hebben voor hun toekomst.

 

Koppel financiële educatie aan mediawijsheid 

Uit onderzoek (PISA 2015) blijkt dat 19 procent van de Nederlandse jongeren niet beschikt over de basisvaardigheden voor financiële geletterdheid. Tegelijkertijd heerst er een groot taboe onder jongeren als het gaat om praten over geld. Ze schamen zich als ze niet genoeg geld hebben om de juiste kleding te kunnen kopen. Helaas krijgt niet iedereen van huis uit de vaardigheden mee om goed met financiële verleidingen om te gaan.

Mediawijsheid Competentiemodel met 'geld' als aandachtsgebiedFinanciële opvoeding is dus niet alleen een taak van de ouders, maar is ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Op scholen ligt een grote kans voor financiële educatie, want een op de vijf scholieren geeft aan dat er op school nooit aandacht is besteed aan hoe je met geld moet omgaan (Nibud, 2020). Vaak blijkt financiële educatie nu nog iets wat een docent economie incidenteel behandelt in de les. En dat is zonde, want financiële educatie verdient een structurele plek in het onderwijs.

Omdat ons financiële leven zich steeds meer online afspeelt, speelt ook mediawijsheid een belangrijke rol bij de ontwikkeling van financiële vaardigheden. Niet voor niets is bij de recente herziening van het Mediawijsheid Competentiemodel het onderdeel ‘geld’ toegevoegd. Want of het nu gaat om het kopen van een koptelefoon via Marktplaats, het herkennen van de echte website van je bank, of het online zoeken naar informatie over een lening; bij al deze zaken is mediawijsheid onmisbaar. Wie niet mediawijs is, raakt online verstrikt in een financieel woud met vele verleidingen en valkuilen. Maar wie op een mediawijze manier gebruikmaakt van online bank- en geldzaken, kan daar juist veel voordeel uit halen. Kortom, financiële vaardigheden zijn tegenwoordig niet meer los te koppelen van mediawijsheid.

 

Online lesprogramma Doe je digiding!

Een concrete aanpak om bij te dragen aan de financiële zelfstandigheid en mediawijsheid van jongeren is het gratis online lesprogramma Doe je digiding! voor het (v)mbo. Hierin leren jongeren o.a. over het terugvragen van inkomstenbelasting en het aanvragen van zorgtoeslag en studiefinanciering. In de nieuwste lesmodule ‘Bank en geldzaken’ gaan jongeren gedurende twee lesuren actief aan de slag met financiële onderwerpen die aansluiten bij hun leefwereld. Zo doen ze onderzoek naar het openen van een rekening bij de bank en leren ze de trucs herkennen van criminelen die op slinkse wijze proberen je bankgegevens te ontfutselen. Ook is er aandacht voor veilig online shoppen, betaalmethodes en de risico’s die horen bij het afsluiten van abonnementen en leningen vanaf je 18de.

Kortom, om jongeren voor te bereiden op financiële zelfstandigheid moeten we de verantwoordelijkheid niet alleen bij de ouders leggen, maar als onderwijsprofessionals de handen ineen slaan. Stimuleer jongeren om met elkaar over geldzaken te praten en integreer financiële vaardigheden (gekoppeld aan mediawijsheid) in het curriculum. Want alleen zo kunnen we jongeren voorbereiden op een toekomst waarin zij weloverwogen financiële keuzes kunnen maken.

De module Bank en geldzaken is onderdeel van het online lesprogramma Doe je digiding! Jongeren en de digitale overheid. Het lesprogramma kan ingezet worden in het vmbo en het mbo. De nieuwe module ‘Bank en geldzaken’ is automatisch toegankelijk voor gebruikers van Doe je digiding! Heb je nog geen account bij Doe je digiding!? Ga dan hier naar de bestelpagina om jouw klas aan te melden en gratis toegang te krijgen tot alle modules.

Een voorproefje van de module ‘Bank en geldzaken’ vind je in deze video in de geldlessenproeverij van de Week van het Geld.

Dit artikel is geschreven door Sophie Vijgen (Educatief auteur bij Stichting Digisterker) en is ook gepubliceerd op de website van Netwerk Mediawijsheid.