Hoe staat het met de financiële vaardigheden van jongeren? En hoe kan het lesprogramma Doe je digiding! hieraan bijdragen? Wij gingen in gesprek met Maartje Das (docent economie op het Mill Hill college in Goirle en lid van de Doe je digiding! feedbackgroep) over het belang van financiële educatie op school.
Waarom is financiële educatie belangrijk?
Maartje: Jongeren zijn vanaf hun 18e verjaardag financieel zelfstandig. Dat betekent dat zij vanaf dat moment zelf hun geldzaken moeten regelen. Ik merk in mijn klas dat niet alle leerlingen hier goed op voorbereid zijn, met als gevolg dat sommige jongeren te maken krijgen met schulden. Ik vind het dus heel belangrijk dat jongeren hier al voor hun 18e op worden voorbereid.
Hoe is het gesteld met de financiële vaardigheden van de leerlingen in jouw klas?
Maartje: Dat is heel verschillend. Er zijn 16-jarigen die al heel zelfstandig zijn en hun financiële zaken goed geregeld hebben. Maar helaas zijn er veel leerlingen waarvan de ouders nog alles voor ze regelen. Zij hebben bijvoorbeeld geen eigen bankrekening en leren niet om zelfstandig met geld om te gaan. Dat is jammer. Want juist die jongeren krijgen het heel lastig als ze 18 jaar worden.
“Helaas zijn er veel leerlingen waarvan de ouders nog alles voor ze regelen.”
Hoe kun je jongeren ondersteunen?
Maartje: Het leven van jongeren gaat tegenwoordig heel snel. Ze zijn gefocust op het hier en nu en vooruitkijken of terugkijken is er vaak niet bij. Even in je bank-app kijken hoeveel er nog op je rekening staat om te zien of je wel of niet een aankoop kunt doen, gaat prima. Maar stilstaan bij welke uitgaven er die week nog komen, vinden veel jongeren lastig. En juist dat is zo belangrijk om op jonge leeftijd al te leren. Grip op je geld krijgen, leren budgetteren en kritisch zijn op wat je hebt uitgegeven. Dat kan al met kleine uitgaven, sparen in potjes op je bankrekening en regelmatig samen terugkijken op de maand. Daarnaast is het belangrijk om te praten over geld. Bespreek bijvoorbeeld wat je maandelijkse kosten zijn en maak daar geen geheim van. Laat jongeren ook eens zelf een overzicht van hun maandbudget maken. Ik gebruik hierbij altijd de 50-30-20 regel. 50% van je inkomen is voor vaste kosten, 30% persoonlijke behoeften en 20% voor sparen. Deze ‘regel’ levert leuke gesprekken op en zorgt ervoor dat jongeren inzicht in hun financiën ontwikkelen. Door een open gesprek te voeren, kan je jongeren ondersteunen als dat nodig is.
Maartje Das (docent economie op het Mill Hill College)
Wat voegt Doe je digiding! toe aan economie-methodes?
Maartje: Onze economie-methodes gaan vooral over hoe de economie in het algemeen werkt. Marktwerking, internationale handel, rijksbegroting, belastingen etc. Dat staat eigenlijk nog best ver van de leerlingen af. In de les probeer ik vaak te refereren aan hun eigen financiële plaatje als ik het bijvoorbeeld heb over de rijksbegroting. Dan merk je dat ze daar best veel vragen over hebben. Hierin is Doe je digiding! echt een aanvulling. De opdrachten in Doe je digiding! zijn namelijk gericht op de leefwereld van jongeren en de praktische financiële- en overheidszaken waar zij mee te maken krijgen. De module Bank en geldzaken is bijvoorbeeld een heel mooi startpunt. Vervolgens zijn de modules Zorgverzekering, Studeren en Wonen een goede verdieping.
De Week van het geld wordt jaarlijks georganiseerd. Is dit volgens jou voldoende?
Maartje: De Week van het geld is een heel mooi initiatief, maar eigenlijk moet er het gehele jaar aandacht zijn voor financiële educatie. Jongeren vanaf een jaar of 15 zijn best nieuwsgierig naar het thema ‘geld’. Zeker als het thuis geen onderwerp van gesprek is of als er minder begeleiding vanuit thuis is. Ik vind dat financiële educatie regelmatig zou moeten terugkomen bij het vak economie. De samenhang met de lesstof komt dan beter naar voren. Een win-win situatie. Maar het kan natuurlijk ook door een mentor worden behandeld. Bijvoorbeeld naar aanleiding van vragen van leerlingen of actualiteiten.