In gesprek met Francis Gremmen

Bij veel jongeren in het praktijkonderwijs levert de digitale overheid problemen op. Bijvoorbeeld het aanvragen van DigiD of het terugvragen van loonheffing bij een bijbaan. Hoe besteed je hier in de les aandacht aan? En hoe zorg je ervoor dat jongeren weten waar ze hulp kunnen krijgen? Hierover gingen wij in gesprek met Francis Gremmen (docent, decaan en mentor op Praktijkschool de Rijzert in Den Bosch).

 

Praktijkonderwijs

Francis: “In Nederland zijn 175 praktijkscholen waar ongeveer 29.000 leerlingen onderwijs krijgen. Praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen van 12 t/m 18 jaar die moeite hebben met leren op de traditionele manier. Ik geef burgerschap en Nederlands aan leerlingen in het laatste jaar en ben daarnaast decaan en mentor. Het doel van mijn lessen is om leerlingen toe te leiden naar werk of een entree-opleiding of niveau 2 in het mbo. Of een combinatie van beide, dus werken en leren.”

 

Francis Gremmen

 

Jongeren en de digitale overheid

Francis: “Leerlingen zitten vaak tot hun 18e jaar op een praktijkschool. Zij komen dus net als alle andere 18-jarigen in aanraking met tal van digitale diensten van overheids- en zakelijke organisaties die ingewikkeld voor hen zijn. Veel van mijn leerlingen zijn meestal niet op de hoogte of hebben niet de taal- en digitale vaardigheden om deze digitale overheidszaken goed te regelen.

Zo heb ik het deze week in de klas gehad over zorgtoeslag. Een leerling zei toen: “Ik ga dat echt niet aanvragen want dat moet je later terugbetalen.” Onder jongeren heerst vaak verwarring over hun rechten en plichten en de betekenis van bepaalde termen en regelingen. Veel leerlingen hebben bijvoorbeeld geen idee wat zorgtoeslag is. In mijn lessen neem ik ze dus aan de hand en begin ik bij de basis. Wat betekenen al die termen? Waar moet je zijn? Hoe pak je het aan?”

 

Vaste plek in het curriculum

Francis: “Vorig jaar heb ik Stichting Digisterker meegeholpen bij de ontwikkeling van het lesprogramma Doe je digiding! – praktijkonderwijs. Het lesprogramma heeft bij ons op school inmiddels een vaste plek in het curriculum van het vak loopbaanoriëntatie en (studie)begeleiding (LOB). Dit heeft ervoor gezorgd dat er binnen het team draagvlak is ontstaan voor het belang van het thema ‘digitale overheid’. Het is mooi om te zien dat mijn collega’s nu ook met dit onderwerp aan de slag zijn gegaan.

De vijf thema’s van het lesprogramma laten we aansluiten bij de leefwereld van de leerlingen. Zo zetten we het thema ‘aan het werk!’ in bij leerlingen van 15 en 16 jaar. Zij hebben dan vaak een eerste bijbaantje, waardoor het heel zinvol is om stil te staan bij bijvoorbeeld het recht op minimumloon, vakantiedagen en het verschil tussen zwart en wit werken. De leerlingen die onze school gaan verlaten worden bijna allemaal 18 jaar. Bij hen behandelen we dus de zorgverzekering, zorgtoeslag, tegemoetkoming scholieren en het inschrijven voor een sociale huurwoning. De meeste onderwerpen zijn vaak al behandeld in andere theorievakken, maar juist door herhaling en de praktische insteek van Doe je digiding! merk ik dat de stof beter beklijft.”

 

Meer bewustzijn

Francis: “Aan het einde van de les geef ik meestal de stappenplannen van Digidingen-desk mee naar huis. Hierin wordt stap voor stap uitgelegd hoe je bijvoorbeeld een DigiD aanvraagt of de loonheffing van je bijbaan terug kunt vragen. Als leerlingen me de volgende les trots komen vertellen dat ze het stappenplan thuis hebben gebruikt en geld terugkrijgen van de Belastingdienst, kan mijn dag niet meer stuk.

Doordat wij gebruik zijn gaan maken van het lesprogramma Doe je digiding!, merk ik dat het onderwerp bij de jongeren op onze school steeds meer speelt. Twee jaar geleden waren onze leerlingen echt nog niet bezig met zaken als loonheffing, zorgtoeslag en een sociale huurwoning. Nu merk ik meer bewustzijn bij mijn leerlingen. Ik krijg nu vaak de vraag: “Juf, Ik word bijna 18 jaar, heb ik alles wel goed geregeld?” Ondanks dat ze vaak nog wel wat hulp kunnen gebruiken, ben ik dan toch blij dat ze er mee bezig zijn.”

 

De rol van de ouders

Francis: “Onze leerlingen kunnen niet altijd terugvallen op ouders die kunnen helpen bij het regelen van hun digitale overheidszaken. De meeste ouders hebben geen goed beeld van wat er allemaal geregeld moet worden als hun kind 18 jaar wordt. Bovendien is een deel van de ouders laaggeletterd, waardoor ze hun kind niet goed kunnen ondersteunen bij websites en brieven van de overheid. Ik zie dat ouders zelf ook moeite hebben om de weg te vinden en soms verkeerde dingen aanvragen, met in het ergste geval als resultaat dat ouders of jongeren schulden opbouwen. Gelukkig trekken de meeste leerlingen en hun ouders op tijd aan de bel. Dan help ik ze bijvoorbeeld op weg bij het aanvragen van zorgtoeslag.”

 

Vangnet

Francis: “In het praktijkonderwijs zijn wij verplicht om leerlingen twee jaar te volgen nadat ze onze school hebben verlaten. We houden ze dus nog een tijdje in de gaten, om te zien hoe het met ze gaat en waar ze eventueel tegenaan lopen. Ik krijg bijvoorbeeld nog veel appjes van oud-leerlingen die werk zoeken of hulp nodig hebben. Ik help ze dan op weg en breng ze waar mogelijk in contact met de juiste personen of instanties. Hierbij verwijzen we vaak door naar de gemeente, de bibliotheek of het wijkteam. Bij leerlingen die het nodig hebben zorgen we voor een vangnet, zodat ze altijd weten waar ze terecht kunnen. Zo’n vangnet zou er eigenlijk niet alleen voor praktijkjongeren moeten zijn, maar voor alle jongeren. Want ook jongeren op de havo of het vwo kunnen soms niet terecht bij hun ouders voor hulp. Wat mij betreft gaan we jongeren uit alle onderwijstypen veel meer hulp bieden bij het regelen van hun digitale overheidszaken.”